Er doen allerlei verhalen de ronde over hoe hoog de kosten zijn van het onderhouden en opvoeden van een kind. De Belgische Gezinsbond kwam in 2014 uit op een bedrag van circa €170.000, terwijl andere partijen soms maar op de helft van die schatting uitkomen.
Maar wat kost een kind nu echt? In de praktijk lopen de totale uitgaven van gezin tot gezin flink uiteen: de een koopt bijvoorbeeld een splinternieuwe babyuitzet, terwijl de ander het prima vindt om allerlei zaken tweedehands aan te schaffen. Het is dan ook verstandiger om te kijken welk deel van je loon opgaat aan uitgaven voor de kinderen. Volgens het CBS is dat gemiddeld 17 procent van het besteedbaar gezinsinkomen voor één kind, 26 procent voor twee kinderen en zelfs 33 procent voor drie kinderen.
Van luiers naar kleedgeld
Het is prima mogelijk om op sommige dingen te besparen, maar over andere zaken valt niet te onderhandelen. Een luier kost gemiddeld ongeveer twintig cent en afhankelijk van de leeftijd gaan er circa zes luiers per dag doorheen. Als er ook rekening gehouden wordt met billendoekjes, is dat al snel €1,50 per dag, €45 per maand of €540 per jaar.
Ook de kosten voor kinderopvang liggen vast, alhoewel je hiervan een groot deel kan terugkrijgen via een toeslag. Dat geldt niet voor voeding, waarvoor je over de eerste achttien jaar ongeveer €25.000 kwijt bent volgens het Nibud. En dan zijn er nog de kosten voor kleding, meubels, speelgoed, fietsen en lidmaatschappen van sportverenigingen en andere clubjes. Op de middelbare school komen daar uitgaven aan studieboeken bij en bovendien wil je kind rond deze leeftijd ongetwijfeld zak-, kleed- en belgeld hebben. Volgens de Nibud-referentiecijfers bent je aan deze zaken verdeeld over zes jaar in totaal circa €9.000 kwijt.
Dure studie, valse start carrière
De kosten gaan pas echt oplopen als je kind gaat studeren. In studiejaar 2018-2019 is het collegegeld €2.060, maar eerstejaarsstudenten betalen slechts de helft. Voor uitwonende studenten komen daar nog de uitgaven aan huur, boodschappen, studieboeken, vervoer, uitgaan, kleding, zorgverzekering en telefoon bovenop. Volgens het Nibud Studentenonderzoek komt dat samen op €1.044 per maand. Bij een studie van vier jaar loopt dat op tot meer dan €50.000 – en dan wordt het collegegeld niet eens meegerekend. Een thuiswonende student is overigens iets minder kwijt. Veel ouders willen graag bijspringen, om te voorkomen dat hun kind zijn of haar carrière later met een studieschuld begint.
Naast het sparen
Zodra jonge ouders van hun roze wolk komen, zien ze al snel dat ze in een lastige spagaat zitten. Aan de ene kant zijn ze veel kwijt aan de dure babyjaren. Aan de andere kant is het verstandig om zo snel mogelijk wat opzij te gaan zetten voor de mogelijk nog veel duurdere studiejaren. Een goede aanpak is om automatisch elke maand een klein bedrag op een spaar- of in een beleggingsfonds te laten storten. Zo kan je ongemerkt een mooie reserve opbouwen.
Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee die je bij sparen niet hebt, maar je kunt uitzicht krijgen op een rendement dat hoger ligt dan dat van een spaarrekening. Een voordeel van de lange horizon van circa 18 jaar is dat er een grote kans is dat het effect van een eventuele tussentijdse koersdaling kan worden uitgewist door enkele goede beleggingsjaren.
Beleggen kan bijvoorbeeld bij Robeco. Robeco Institutional Asset Management B.V. heeft een vergunning als beheerder van ICBE’s en ABI’s van de Autoriteit Financiële Markten te Amsterdam.
Zo, nu weet je beter met welke kosten je rekening moet houden. Door je goed op deze kosten voor te bereiden, voorkom je later financiële zorgen en heb je alle tijd om van je kind te genieten!